Sporen kannibalisme gevonden in Jamestown
Sporen van kannibalisme zijn gevonden bij de vroege Engelse nederzetting Jamestown in Amerika. Uit archeologisch onderzoek blijkt dat de eerste kolonisten in Virginia uit noodzaak mensenvlees aten.
Twee archeologen verbonden aan het gerenommeerde onderwijs- en onderzoeksinstituut Smithsonian Institute kwamen tot de ontdekking na het vinden van de botten van een veertienjarig meisje. Aan de restanten is volgens de onderzoekers duidelijk te zien dat het de bedoeling was het vlees van het lichaam te halen. Daarnaast blijkt de schedel te zijn opengehakt om de hersens te verwijderen.
Jamestown is in 1607 gesticht door 104 Engelse gelukszoekers. Twee jaar later volgde een strenge winter bekend als ‘the starving time’, ofwel, de hongerwinter. 200 kolonisten stierven dat jaar door uithongering, ziekte en oorlog met de indianen.
Er waren al langer schriftelijke bronnen bekend waarin werd gesproken over kannibalisme in Virginia. In een journaal van kolonist George Percy staat dat kolonisten in 1625 lichamen moesten opgraven en opeten om te overleven.
De botten van het gevonden meisje, Jane genoemd, staan samen met een reproductie van haar gezicht tentoongesteld in het National Museum of Natural History in Washington D.C..