De eilanden voor de kust van zuidoost Alaska en Canada vormen een barrière tegen de wilde nukken van de Grote Oceaan. De zeestraten achter en tussen de eilanden zijn geen belemmering voor de bewoners.
Maar ze vormen de 'wegen' waarover men elkaar ontmoet en het zijn toegangspoorten.
Coast Mountains
De eilanden voor de kust van zuidoost Alaska en Canada vormen een barrière tegen de wilde nukken van de Grote Oceaan. De zeestraten achter en tussen de eilanden zijn geen belemmering voor de bewoners, maar ze vormen de 'wegen' waarover men elkaar ontmoet en het zijn toegangspoorten.
Via deze straten is het mogelijk de nederzettingen aan de lange en diepe fjorden of 'Channels' te bereiken. Het zijn fantastische routes naar de westelijke hellingen van de Coast Mountains op de grens met British Columbia in Canada. De imposante torenhoge pieken, bedekt met gletsjersneeuw en noordelijke regenwouden, versterken het beeld van een onneembare vesting, waar diepe ravijnen moeilijk toegang geven tot het achterland.
De belangrijkste vervoerders in Alaska zijn de schepen van de Alaska Marine Highway. Deze heeft twee afzonderlijke sporen over de zee naar moeilijk bereikbare eilanden en kustplaatsen. Het 1e spoor voert van Bellingham, ten noorden van Seattle, naar Juneau en Haines/Skagway. Over het 2e spoor varen de schepen langs de noordzijde van de Golf van Alaska, tussen Cordova, Valdez, Witthier, Seward, Kodiak op Kodiak eiland en Seldovia op de zuidpunt van Kenai Schiereiland. Beiden zijn het waard om hun spoor te volgen.
Intercoastel Waterway
De route naar Alaska is dan ook het mooist over de 'Alaska Marine Highway'. Het wordt door de Amerikanen een 'Intercoastel Waterway' genoemd, waarbij de invloeden van de zee tot een minimum beperkt worden. Het spoor wat loopt van 'Below 48', zoals in Alaska de rest van de Verenigde Staten heet, is er een van afwisseling en adembenemende schoonheid. Deze aanduiding berust op al het land dat ten zuiden van de 48e breedtegraad ligt, maar wordt ook wel aangeduid met: 'South 48' en ook 'Lower 48'. Het gekke is dat deze breedtegraad niet de grens met Canada is, dat is de 49e parallel, maar iets ten noorden van Seattle loopt. In de tijd van de goudzoekers begon daar de beschaafde wereld, of ze hield er op. De term is gebleven en zien andere grote bevolkingscentra zoals Vancouver over het hoofd, maar... That's in Canada, and not in the States... en dat telt.
De route wordt onderhouden door een regelmatige veerdienst vanuit Seattle, want ook hier is Canada een tussenliggende spelbreker. Hoewel het mogelijk is om door Canada, over de 'Alaska Highway', naar Alaska te rijden is dat een dagenlange vermoeiende en eentonige rit door de Rocky Mountains en het aangrenzende eindeloze naaldbosgebied. Het spoor over water is plezieriger, ontspannender en geeft de reiziger tijd Alaska binnen te komen, het op te snuiven, het klimaat te voelen en de veranderingen te ondergaan.
De veerboten vertrekken nu vanuit Bellingham, ten noorden van Seattle. Sinds Bellingham de afmeerhaven is geworden moet de reiziger het indrukwekkende beeld van de stad Seattle en de tocht over de Puget Sound met al zijn verkeersstromen pitoresque eilandjes en met het gezicht op Mount Olympic in het gelijknamige nationale park missen. Het bekort wel de tocht met enkele uren en daar is het de veerdienst natuurlijk om te doen geweest, terwijl in Bellingham de faciliteiten voor laden en lossen aanmerkelijk konden worden verbeterd en versneld.
De afstand die de veerboot aflegt tussen Bellingham en Skagway bedraagt maar liefst 1770 km met de nodige zijsprongetjes naar de kustplaatsen en de eilanden op de route. De totale reis zal drie nachten en twee dagen in beslag nemen en reserveren is uiteraard verstandig, want de accommodatie is beperkt. Naast de hutten is er een zaal met vliegtuigstoelen, waarin het niet makkelijk slapen is. Beter kom je tot rust in je slaapzak op de grond of in de lounge een bank op te zoeken. Na het verlaten van Bellingham draait het schip de steven naar het noorden en vaart door de Strait of Georgia, met aan stuurboord de metropool Vancouver en aan bakboord Vancouver Island in Canada. Beide zijn vernoemd naar George Vancouver (1757 - 1798).
Geboren in King's Lynn, Engeland, is hij van Nederlandse afkomst. Zijn voorouders de 'van Coevorden' hebben aan de drooglegging van de Fenlands, ten zuiden van de Wash meegewerkt en bleven er hangen. Als Britse zeeman en ontdekkingsreiziger heeft hij grote naam gemaakt door het inkaartbngen van de westkust van Noord Amerika. Vanaf San Francisco in Californië tot aan de Cook Inlet in Alaska. Onder Captain James Cook maakte hij verschillende karteringsreizen naar de Grote Oceaan en later werd hij bevelhebber van verschillende expedities. Tussen 1791 en 1794 bracht hij minitieus de kustlijnen in kaart en onderhandelde succesvol met de Spanjaarden in Nootka Sound (Vancouver Island) om hun aanspraak op deze kusten op te geven.
Prince Rupert
Tot aan de laatste grote plaats in Canada, Prince Rupert, zal de boot geen landing maken en stoomt door de 'Inner Passage' tussen het fenomenale fjorden- en berggebied van het vasteland en het immens grote en beboste Vancouver Island. Van origine behoorde dit gebied toe aan de indianen, maar sinds 1821 voerde de fameuze 'Hudson Bay Co.' er het bewind, die overigens het grootste deel van het huidige Canada als handelsconcessie in bezit had. Vancouver Island sloot zich als Britse kolonie in 1866 bij het vasteland aan en British Columbia was geboren.
Er bestond verwarring over dit deel van Noord-Amerika. Moest het een staat worden van de Verenigde Staten of een provincie van Canada? Veel heeft het niet gescheeld, maar uiteindelijk deed de regering in Ottawa een belofte aan de kolonisten in het westen. Er zou een spoorlijn vanuit het oosten naar Vancouver aangelegd worden. Dat gaf uiteindelijk de doorslag en British Columbia werd in 1871 een provincie van het 'Dominion of Canada', dat in 1867 onafhankelijk was gorden van het Britse moederland.
Wanneer de zon opkomt boven de pieken van de Coast Mountains is dat op een kille morgen aan dek, met een flinke bries uit het westen, een adembenemend schouwspel. De hoogste toppen van deze bergketen langs de kust van British Columbia tekenen zich duidelijk af en de namen spreken boekdelen: Mt. Munday en Mt. Tiedemann en Mt. Siverthorne liggen netjes op een rij, met daar tussenin Mt. Waddington,de zogenaamde 'Mystery Mount', met zijn 13.177 voet, de hoogste in de Coastal Mountains van BC. De bergtoppen, vernoemd naar beklimmers en ontdekkingsreizigers bevatten een verhaal dat zeker in een reisverslag ergens in een bibliotheek ligt te verstoffen. Naamgeving doe je niet zomaar. De indianen hechtten zich aan de toppen, gaven ze namen en zagen ze als een hoger goed. De kolonialen walsten over de oorspronkelijke cultuur en herdoopte bijna alles wat ze tegenkwamen, alsof alles niet al een naam meegekregen had. Ook verbasterden ze de inheemse naam omdat ze die niet uit konden spreken of in rook opgingen na een plunrtocht.
De mistflarden in de lagere bosregionen aan weerszijde van de smalle Johnstone Strait trekken in wervelingen uit de fjorden omhoog en de eerste zonnestralen reflecteren de besneeuwde bergrug op Vancouver Island. De zon zal zich volop laten zien, hoewel deze hele westkust van Noord Amerika als een der regenrijkste gebieden op aarde te boek staat. Meestal hebben regen en mist ook de overhand op een sprankelende zonnige dag. Na het verlaten van de Queen Charlotte Sound krijgt de veerboot het eerste stuk onbeschermd kustgebied en voelen we de lange dijning van de Oceaan in de bewegingen van het schip. Bij Calvert Island duikt de boot enige uren later weer in de luwte van de eilandreeks voor de Canadese kust.
Achter de bar staat een meisje in een 'outfit' uit de goudzoekerstijd van Alaska, inclusief een hoog opgemaakte blonde pruik. Ze ziet er uit als de Country & Western zangeres 'Dolly Parton' en die sfeer wordt ook doorgetrokken in de films en de muziek aan boord.
Tolmie Channel en Greenville Channe
Het Tolmie Channel en het daaropvolgende Greenville Channel zijn voor de natuurliefhebbers aan boord een sensatie. De doorvaarten tussen de grote eilanden en de ruige fjordenkust en de Coastal Mountains zijn smal tot zéér smal. Je kunt het land ruiken, bespieden en de zuivere boslucht inademen. Bomen, planten en mossen op de rotsachtige, doorkliefde kust vechten voor een penibel bestaan in dit noordelijk 'Rainforest'. De zon is verdwenen, de regen een dicht gordijn, maar de weinige passagiers die een droge uitkijkpost hebben gevonden ondergaan het zonder morren, met een diepe respect voor deze ruige natuur.
Tegen het nachtelijk uur doen we Prince Rupert aan. Deze Canadese havenstad met een visserijgeur heeft een spoorwegverbinding met Edmonton via de 'Skeenalijn', die nagenoeg de gelijknamige rivier naar het binnenland volgt om als doorgangsweg met de beschaving te fungeren. Kom je in Canada, neem dat spoor, want het is een geweldige route door centraal British Columbia en over de Rocky Mountains door de Yelwhead Pass bij Jasper naar de prairies van Alberta.
Vroeg in de morgen doen we de eerste haven in Alaska aan. Het is een snel opgetrokken 'Amerikaans' houten plaatsje met de exotische naam: Ketchikan. De klokken zijn in de nacht van 'Pacific Standard Time' één uur teruggedraaid naar 'Alaska Standard Time'en bij een waterig zonnetje laat het snelontbijt om zes uur, een hamburgerbrok, of om zeven uur in het restaurant een uitgebreid Amerikaans ontbijt, zich goed smaken.
De Amerikanen aan boord genieten zichtbaar van het eenvormig beeld dat zich nu voor onze ogen heeft ontwikkelt. Tussen de beboste hellingen door, kale rotspunten en oevers met in de verre verte de besneeuwde toppen van de Coastal Mountains. De regenbuien brengen deze eentonige sfeer de nodige variatie, maar het zware loodgrijze wolkendek blijft onveranderd hangen wanneer wij door de Stephens Pass opstomen naar Juneau.
Misschien is het wel de reis van hun leven en trekken ze met camper door de verlaten woestenij van Alaska en Canada, op zoek naar de enorme natuurlijke rijkdom die de staat heeft. Van Juneau, de hoofdstad van Alaska, zien we alleen de haven in Auke Bay. De prachtige besneeuwde pieken, die de plaats een fabuleus decor moeten geven, blijven achter een gordijn van wolken en regen verborgen. Waarom is Juneau eigenlijk gesticht en tot hoofdstad van Alaska gemaakt? Het heeft immers totaal geen economisch bereikbaar achterland om van te spreken en men kan er alleen per boot of met een vliegtuig in deze nederzetting komen.
Spoor van goud
Ook hier speelt het spoor van goud, want Joe Juneau vond in 1880 goud in de regio en er is een goudmijn geëxploiteerd tot in 1944. Visserij, bosbouw, toerisme en natuurlijk de ambtenarij van een hoofdstad vulden het ontstane inkomensgat op. Sinds 1900 is Juneau de hoofdstad van Alaska. Omdat de plaats in inwonertal klein is gebleven, ongeveer 20.000, zou het op een ander gebied eruitspringen. In 10 ging Juneau samen met de plaats Douglas, aan de overkant van het Gastineau Channal. Het is daardoor de grootste stad in de VS met een oppervlakte van 8.050 km2. Voorbij Juneau met zicht op de Mendenhall Glacier, stomen we noordwaarts door Lynn Canal. Het is het eindfjord van onze reis, die aan het uiteinde in een soort gaffel vertakt.
De westelijke Inlet heet Chilkat en eindigt bij de plaats Klukwan aan de 'Haines Highway'. Onze arm, de Chilkoot/Taniya Inlet, werd in de vorige eeuw beheerst door een havenstadje dat haast op de punt van de splitsing lag: Port Chilkoot. In de middag passeren we dat punt. Bijna alle passagiers staan aan dek, want het gezicht op de machtige bergrug aan het einde van onze reis en de daarvanaf lopende gigantische gletserformaties slaat iedereen met stomheid. De anders zo praatgrage Amerikanen houden hun mond dicht of laten die openhangen van verbazing. Ze vergeten zelfs even, dat ze een camera bij zich dragen.
Tegen vier uur komen we op halve kracht, langzaam naar onze eindbesteingen Haines en Skagway toegevaren. Van hieruit is het spoor van de Goldrush van 1897, over de Chilkoot Trail en Pass meer dan goed te volgen, want de route heeft vele sporen nagelaten.