Reisverhaal De oude culturen van het Zuidwesten

Reisverhaal De oude culturen van het Zuidwesten

door Larita Gerrissen-Zwikker

Op 3 juli vertrokken we (mijn man en ik) naar Phoenix, Arizona voor onze 'themareis' naar Indian Country. 's Avonds kwamen we aan in de bloedhete temperatuur van Phoenix.

Met mijn Indische achtergrond houd ik persoonlijk van warmte, maar nu was ik het eens met de kreet: Lang leve de airco!

ZELF NAAR Amerika?

Bekijk alle 243 reizen naar Amerika

Phoenix dankt haar naam aan "Lord" Darrel Duppa, een Britse avonturier, die het stadje zag als een herrijzing uit de as van de resten van de Hohokam beschaving waar het op gebouwd was, net als de mythische vogel die uit de vlammen herrees. Twee dagen verbleven we in Phoenix, waar we o.a. de Salt River Reservation (van de Pima Indianen), Scottsdale (bekend om de vele art galleries en spring training) en het Heard Museum (het belangrijkste antroplogische museum in de omgeving) bezochten. Verder is Phoenix niet een bijster interessante stad, het is een typische industriestad, groot geworden door de uitvinding van de airconditioning en Motorola.

Route 66

De derde dag vertrokken we uit Phoenix, op weg naar Holbrook. We reden regelrecht in de eerste zomerstorm die mij behoorlijk de stuipen op het lijf joeg. De auto werd heen en weer geschud, we reden blind op de lichten van de auto voor ons en af en toe vlogen de struiken en stukken boom langs ons en tegen ons aan. Gelukkig kwam er een einde aan, maar het zou de rest van onze reis onrustig blijven. De dag begon vaak met een strak blauwe lucht en later betrok de lucht en kwam er regen en harde wind. Volgens een lokale bewoner was dit de eerste zomer dat ze dit weer hadden..................

Holbrook is eind vorige eeuw ontstaan als verzamelplaats voor veekuddes en is blijven bestaan door de komst van de spoorwegen, route 66 en I-40. Nu is het de poort naar de Navajo en Hopi reservaten en Painted Desert en Petrified Forest National Park. Precies om deze redenen verbleven wij in Holbrook.

We trokken een dag uit om Painted Desert en Petrified Forest te zien. Painted Desert is prachtig met de verschillende (rode) kleuren die zijn ontstaan door erosie. De grote boomstammen van Petrified Forest zijn daar terecht gekomen doordat ze in het water werden meegesleurd. Gedurende de eeuwen dat ze hier lagen hebben ze zich gekristalliseerd. In het park zijn ook bewijzen gevonden van vroege bewoning door Indianen, zoals pueblo resten en rock art.

Puerco Pueblo was bewoond van 1100-1200 en van 1300-1400, maar toen de Spanjaarden hier in 1540 kwamen, troffen ze geen mensen aan. Deze dag werd afgesloten met een bezoekje aan de Native American Dances in Holbrook die gedurende de hele zomer elke avond worden gehouden. Het is heel informeel en vooral kinderen dansen de dances. Het lijkt wel of de hele lokale Indiaanse bevolking komt, zowel jong als oud hangt er rond en haalt de sociale contacten aan. De dances zijn Pow Wow dances en de kleuren van de kleding is werkelijk prachtig.

Hopi reservaat

De volgende dag reden we naar het Hopi reservaat, dat zo'n 10.000 inwoners telt. De Hopi Indianen stammen af van de Anasazi Indianen en wonen al minstens 800 jaar op dezelfde plek (uniek in de VS), hun taal behoort tot de Uto-Aztecan groep en wordt in verschillende dialecten gesproken op de drie mesa's. Wij bezochten de eerste mesa, waar Walpi op ligt, één van de drie pueblo's die kan claimen dat ze de oudste constant bewoonde pueblo is (de andere twee zijn Acoma en Taos).

In Walpi doen de bewoners het nog steeds zonder stromend water en electriciteit; daarvoor moeten ze naar het dichtstbijzijnde dorpje Sichomovi. We werden rondgeleid door een vriendelijk, lokaal meisje die ons door het dorpje mee nam en de verhalen erachter vertelde. Het uitzicht vanaf het uiterste puntje van de mesa waar Walpi ligt is adembenemend mooi. Maar foto's mogen hier niet gemaakt worden, dat wordt overduidelijk medegedeeld.

Op de terugweg naar Holbrook kwamen we langs Homolovi Ruins State Park en besloten daar ook een kijkje te nemen. De ruïnes van dit park worden toegeschreven aan de Hisat'sinom Indianen (de voorouders van de Hopi Indianen). Hisat'sinom zijn dezelfde als de Anasazi Indianen. Anasazi is een Navajo woord voor 'Ancient Ones' en Hisat'sinom is een Hopi woord voor 'Long-ago People'. Beide termen verwijzen naar dezelfde groep mensen. Het park stelde niet zoveel voor. Archeologen zijn hier nog bezig om restanten op te graven, maar helaas hielden die er ook mee op tegen de tijd dat wij kwamen kijken.

We vervolgden onze weg langs de I-40 en besloten dat Gallup, New Mexico (ook zo'n stadje dat haar bestaan dankt aan Route 66 en de I-40) onze volgende halte zou zijn. Ook in Gallup worden elke avond gedurende de zomermaanden Native American Dances gehouden. Toen we daar op onze eerste avond gingen kijken, waren we aangenaam verrast toen we daar een oude bekende zagen. De dances werden hier gehouden door de Zuni Indianen en ze werden geleid door Fernando Cellicion, die wij al drie keer in Nederland hadden zien optreden met de First Nations Pow Wow.

Canyon de Chelly

Vanuit Gallup reden we naar Canyon de Chelly National Monument op het Navajo Reservaat. Het bestaat eigenlijk uit twee canyons: Canyon de Chelly en Canyon del Muerto. Anasazi Indianen waren de eerste bewoners van de canyon rond 300. Rond 1300 verdwenen de Anasazi; ze werden opgevolgd door de Hopi Indianen die in de eeuwen daarna tijdens de zomer de bodem van de canyon bebouwden voor voedsel.

De Navajo Indianen waren degenen die de canyon weer permanent bewoonden vanaf het moment dat de Spanjaarden na de Pueblo Revolt (1680) weer de controle over New Mexico veroverden. Spaanse expedities hebben gezorgd voor bloederige taferelen in de canyon en hier werden de Navajo's ook uiteindelijk verzameld voor de 'Long Walk' naar Fort Summer in 1864. Na vier jaar werd het de Navajo's toegestaan om terug te keren naar dit gebied. Vandaag de dag wordt de canyon weer en nog steeds bewoond door de Navajo Indianen.

De canyons zijn allebei prachtig, maar vooral Canyon de Chelly is adembenemend mooi, met zijn prachtige roodachtige kleuren. Ik nam het vaste besluit om hier nog een keer terug te keren en dan te gaan lopen/ klimmen in de canyon. Ik kon er geen genoeg van krijgen, zo mooi.

Stadsrechten

Albuquerque werd opgericht in 1706 door Spaanse kolonisten. Ze wisten stadsrechten te verkrijgen door de Graaf van Alburquerque aan te schrijven en een klein leugentje te vertellen wat betreft het aantal inwoners. Ze beloofden de stad naar hem te vernoemen in ruil voor de stadsrechten. In de loop van de tijd verdween de 'r'.

Toeristisch gezien misschien niet zo'n bijster interessante stad, maar wij hebben ons hier wel een paar dagen vermaakt. Old Town is bijvoorbeeld heel erg gezellig en je kunt er heerlijk Mexicaans eten. Verder bezochten we Petroglyph National Monument, met rotstekeningen uit de periode 1300-1680 en het Indian Pueblo Cultural Center, dat beheerd wordt door de noordelijke pueblo's langs de Rio Grande. Ook zijn hier heerlijke shopping malls waar je naar hartelust kunt winkelen en we maakten ook van de gelegenheid gebruik om een aantal van de nieuwste films te zien.

Van Albuquerque begaven we ons naar Santa Fe, via de Turqoise Trail. De eerste huizen van La Villa de Santa Fe werden rond 1607 gebouwd op de ruïnes van een verlaten pueblo. De naam 'Holy Faith' was afkomstig van het kamp buiten Granada waar Koning Ferdinand en Koningin Isabella verbleven voordat ze in 1492 de Moren uit Spanje verdreven. In 1686, tijdens de Pueblo Revolt, werd de stad in beslag genomen door een alliantie van Indiaanse stammen. De Spanjaarden vluchtten naar El Paso en keerden pas na twaalf jaar terug. In 1846 viel heel New Mexico (en dus ook Santa Fe) in handen van de VS. Ondanks dat heeft de stad haar Spaanse karakter weten te behouden. Toeristisch gezien is Santa Fe wel een interessante stad en de prijzen zijn daar ook wel naar. Old Town is leuk en er zijn interessante musea, zoals de Institute of American Indian Arts Museum en de Wheelwright Museum of the American Indian.

Taos

Niet ver van Santa Fe ligt Taos, een absolute must op ons lijstje. Taos Pueblo is ongeveer duizend jaar oud, maar de "moderne" stad Taos werd gesticht rond 1630, toen een opstand in de pueblo de Spaanse kolonisten dwong een aparte gemeenschap op te bouwen, ongeveer 5 kilometer ten zuiden van de pueblo. Later sloten de Spanjaarden en de Pueblo Indianen weer een alliantie om een verdediging te kunnen vormen tegen de 'Horse Indians', zoals de Apache en Comanche Indianen. Ook nadat New Mexico in handen van de VS was gevallen, waren de inwoners van beide Taos gedeelten degenen die het langst verzet pleegden - zonder succes. Aan het eind van de negentiende eeuw begon Taos' reputatie als kunstkolonie door de komst van kunstenaars als J.H. Sharp, B. Philips, E.L. Blumenschein, M. Dodge, D.H. Lawrence en Georgia O'Keeffe.

Taos Pueblo is nogal commercieel, je betaalt je scheel om er rond te mogen lopen en als je dan wilt fotograferen of filmen ben je nog meer kwijt. Maar het is wel een prachtige pueblo, het ligt fantastisch mooi. De omgeving rondom de pueblo en de 'moderne' stad is gewoon heel bijzonder, waardoor de aparte sfeer ontstaat.

De Santa Clara Puyé Cliff Dwellings waren weer iets heel anders. De Puyé Cliff Dwellings liggen zo'n 18 kilometer ten westen van de Santa Clara Pueblo. Hier woonden de voorouders van de Santa Clara Indianen in vroegere tijden. Het bleek helemaal niet commercieel, het is dan ook niet zo bekend en er zijn niet veel toeristen te vinden. De entree was redelijk en foto's mochten gemaakt worden, filmen kostte wel weer extra. De ruïnes liggen prachtig. Deze pré-historische gemeenschap was gebouwd tegen de zuidkant van en bovenop het Pajarito Plateau en werd bewoond tussen 1250 en 1580. Tegen de canyon muur liggen de resten van twee apartemenstcomplexen en van onderling met elkaar verbonden grotwoningen. Bovenop de mesa liggen de resten van een compleet vrijstaande pueblo, waar je helemaal heen kunt klimmen via de canyon muur en twee ladders, zoals men vroeger ook deed. Men schat dat hier ongeveer 1440 mensen hebben gewoond.

Mesa Verde National Park

Als dan je volgende stop Mesa Verde National Park is, dan krijg je wel even een cultuurschok. Over toeristisch gesproken. We waren er al heel vroeg in de morgen, maar ook daarin waren we niet de enigen. Het park is wel heel mooi en de ruïnes zijn zeker de moeite waard. Het is het enige nationale park in de VS dat helemaal gewijd is aan archeologische overblijfselen. De vele Anasazi ruïnes bleven ongezien voor buitenstaanders tot laat in de negentiende eeuw. De Spanjaarden gaven de naam in de zeventiende eeuw, maar de ruïnes werden pas 200 jaar later ontdekt. De buitenwereld leerde Mesa Verde kennen toen Richard Wetherill in 1888 Cliff Palace ontdekte.

De Wetherills waren een lokale ranchers familie die artefacten opspoorden en verkochten aan o.a. hertog Gustaf Nördenskïold. Dankzij deze hertog heeft het National Museum of Finland de mooiste collectie van de wereld van Mesa Verde artefacten. Naar aanleiding van deze praktijken werd Mesa Verde in 1906 een nationaal park en werd er in datzelfde jaar een wet aangenomen die handelen in artefacten verbood. De Anasazi schijnen de enige bewoners van Mesa Verde te zijn geweest. Vanaf ca. 550 woonden ze bovenop de mesa en vanaf ca. 1200 begonnen ze rotswoningen te bouwen in de canyons daar beneden. Op het hoogtepunt (in de 13e eeuw) woonden er zo'n 2.500 mensen. Na 1300 verdwenen de Anasazi uit Mesa Verde.

Wat absoluut op mijn lijstje stond, maar wat even niet leek door te gaan vanwege de vele regenbuien aan de eind van de dag, die de ongeasfalteerde weg er naartoe onbegaanbaar maakten, was Chaco Canyon. Chaco Canyon is de grootste pré-Columbiaanse stad in Noord-Amerika en wetenschappers geloven dat van hieruit een heel (Anasazi) rijk werd bestuurd. Er zijn bewijzen gevonden van infrastructuur die hele verre gebieden bereikte, van enorme rijkdommen een ook van een harde, brute hand van overheersing. Dit bestuurscentrum zou zich later verplaatst hebben naar Aztec, New Mexico en weer later naar Paquimé, Mexico. Er zijn resten gevonden van hele oude Anasazi gebouwen, maar de grotere gebouwen (bijna flats) verschenen vanaf ca. 1000. Het hoogtepunt van deze gemeenschap lag tussen 1050 en 1125; rond 1200 was de canyon helemaal verlaten. Archeologen schatten dat er op een gegeven moment ca. 20.000 mensen hebben gewoond in Chaco Canyon.

We hadden geluk, op de dag dat wij er langs kwamen, op weg van Bloomfield naar Albuquerque, was de weg begaanbaar. De canyon op zich is niet spectaculair, maar de ruïnes zijn dat wel. Je voelt je heel klein en het deed me beseffen dat er in vroegere dagen ook enorme dingen werden klaargespeeld, zowel positief als negatief. De angst zat er nog wel een beetje in of we er ook weer gewoon uit konden. Als de weg niet meer begaanbaar is, dan moet je overnachten in de canyon waar wel een primitieve campground is, maar verder niks. We hadden wel eten en drinken bij ons, maar overnachten had dan in de auto gemoeten. Gelukkig kwam het hier niet van en lagen we 's nachts gewoon in een motel in Albuquerque.

Via Albuquerque en Flagstaff reden we naar Monument Valley, op het Navajo reservaat, net in Utah. Monument Valley is bekend door de vele Westerns die er zijn opgenomen. John Ford was de eerste regisseur die hier in 1937 naar toe kwam om te filmen en de film 'Stagecoach' opnam. Sindsdien is deze plek voor tientallen films gebruikt. Het is echter niet een vallei in de letterlijke zin van het woord. Ooit was dit gebied een plat vlak; het hele Colorado Plateau maakte in de loop van de tijd een opwaartse druk mee waardoor de aardkorst omhoog kwam. Hier in Monument Valley ontstonden scheuren die door erosie in harde rotsen zijn veranderd.

Het gebied is bewoond geweest door Anasazi Indianen tot ca. 1300. Daarna is het waarschijnlijk onbewoond geweest totdat in 1864 een groep Navajo Indianen hier heen trok om Kit Carson te ontvluchten. De Navajos noemen dit gebied Tse'bü'ndisgaü' (there's a treeless area amid the rocks) en zien het als een hogan, met de 'deur' in het oosten en de rots achter Gouldings Lodge als het centrale hart.

Als je van Highway afslaat kom je eerst langs een aantal stalletjes waar lokale bewoners hun sieraden, sand paintings, potjes enz. verkopen, dan krijg je de entree post en vervolgens kom je bij de visitor center waar je wordt opgewacht door Navajo Indianen (meeste mannen) die je allemaal hun stalletje willen binnen lokken om een jeeptour bij hun te boeken. Dit is niet nodig als je de basic tour wilt gaan doen, die kun je ook met je eigen auto doen. Maar als je verder wilt kijken, dan moet je wel met een jeeptour mee, want daar kom je anders niet.

Het is enorm imposant om zo tussen die enorme rotsformaties te rijden en wederom is dit een plek om je heel klein te voelen. Op een hele gekke manier voelt ook alsof je er al eerder bent geweest, maar dat verklaarde ik door de vele films die ik heb gezien waar dit landschap in voorkomt. Je moet het wel een keer in het echt hebben gezien, want het is in het echt veel en veel mooier!

Montezuma Castle

Van Flagstaff reden we via Oak [Creek Canyon en Montezuma Castle naar Tucson. De canyon is uitgeslepen door Oak Creek waar altijd water doorheen stroomt (niet altijd het geval in deze gebieden). De weg loopt echt door de canyon en voor een groot gedeelte bevindt men zich op de bodem van de canyon, zij aan zij met Oak Creek. Voor de lokale Indianen stammen is dit een spirituele plek; zij geloven dat er zich in de prachtige, roodkleurige rotsformaties geesten bevinden. New-Agers ontdekten de spiritualiteit van de canyon in de jaren tachtig. Sedona, een plaatsje gelegen in de canyon en opgericht in 1902, werd in 1981 uitgeroepen tot "the heart chakra of the planet". Het is ook sinds die periode dat Sedona van een dorpje uitgroeide tot een (duur) stadje.

Montezuma Castle National Monument de naam van deze rotswoningen is nogal verwarrend. De eerste blanken die de ruïnes ontdekten, schenen te denken dat de woningen waren gebouwd door Montezuma en/of mensen van zijn volk die op de vlucht waren voor geweest voor Cortez. Toen later bleek dat dit niet het geval was, is de naam wel blijven bestaan. Behalve de rotswoningen zijn er ook resten van woningen gevonden op grondniveau bij de waterbron. De eerste bewoners waren de Hohokam Indianen die hier kwamen rond 600 en later opgevolgd werden door de Sinagua Indianen rond 1125. De naam Sinagua komt van de Spanjaarden die de San Francisco Peaks bij Flagstaff 'de Berg zonder water' (sin aqua) noemden. De Indianen die in dit gebied woonden kregen als gevolg daarvan de naam [Sinagua Indianen.

Tucson, in zuid-Arizona, zou onze laatste bezichtiging worden. De Valley of the Santa Cruz werd al eeuwenlang bewoond door O'odham Indianen toen de eerste Spaanse priesters hier in 1700 aankwamen. In 1776 verplaatsten de Spanjaarden hun hoofdkwartier naar Tucson. Daardoor kwamen ze dichterbij het gebied van de Apache Indianen en sinds die tijd waren beide partijen geduchte tegenstanders. Tucson werd in 1854 verkocht aan de VS. Nog jarenlang zou de oorlog met de Apache doorgaan; pas in de jaren 1880 kwam hier een einde aan en kwamen tegelijkertijd de spoorwegen naar dit gebied. De rol van tussenstop voor handel met Mexico nam af en het werd een echte Amerikaanse stad, die helaas in de schaduw van Phoenix is komen te staan. Helaas omdat Tucson een mooiere en gezelligere stad is, met o.a. een prachtige oude missiepost; San Xavier del Bac.

Wij sloten deze reis af in Phoenix, met een honkbal wedstrijd tussen de Arizona Diamond Backs tegen de L.A. Dodgers, die met 10-1 werd gewonnen door de Diamond Backs. Dus onze laatste avond was nog een feest voordat we weer terugvlogen naar Nederland.

Eén ding weet ik zeker op het moment dat we wegvliegen: hier kom ik zeker nog terug, want er is nog zoveel te zien. Drie weken is veel te kort!!

Reizen Amerika

Specialisten Amerika

Stay tuned

Wil jij elke maand naar Amerika?

  • Schrijf je in voor de maandelijkse nieuwsbrief boordevol foto's, prijsvragen en insider tips.
  • Ook ontvang je speciale deals van onze partners.
  • En profiteer je van de leukste kortingen op reisproducten.

Aanmelden nieuwsbrief

Amerika kenner