De Azteken gebruikten het al in hun heilige rituelen en Montezuma zelf zou het om zijn nek gedragen hebben: turquoise. Het werd zo hoog gewaardeerd door de Azteken dat Montezuma het zelfs als gift aanbood aan Hernán Cortés.
De legendarische edelsteen met zijn caleidoscopische kleurenschakering van hemelsblauw tot green, geel en grijs, heeft altijd in hoog aanzien gestaan. Meer dan vijfduizend jaar geleden prezen de Egyptische koningen van de Eerste Dynastie al de steen, die ze vonden in de Sinai. Marco Polo schreef over het turquoise monopolie van de Chinese keizer in de dertiende eeuw.
Schoonheid was niet de enige aantrekkingskracht van de steen, er zou ook iets magisch aan zijn. Heeft de steen zijn kleur gestolen van de hemel, zoals de Pueblo Indianen van het Zuidwesten stelden? Verandert het van kleur om de gezondheid van de drager weer te geven?
Als mineraal is Turquoise niet meer dan een gelukkige combinatie van koper en aluminium fosfaat. Het is een secundaire mineraal die voornamelijk wordt gevonden in zeer droge en woestijngebieden. De verschijningsvorm is blauw tot groen in aderen in aluminiumrijke, vulkanische of sediment rosten. Het wordt maar op een paar plaatsen op de wereld gevonden: de naam verwijst naar het Franse woord voor een in Turkije gevonden steen. Volgens Jeff Post, de curator van de edelsteen en mineralencollectie van de Smithsonian Institution, wordt turquoise meestal gevonden in barre, droge streken waar grondwater met koper erin via scheuren in de rotsen kruipt en zich daar afzet. Als verzamelaar stelt hij dat je in turquoise niet de grote helderheid en kracht van robijnen, saffieren of emerald aantreft. De reden dat hij het in de verzameling van de Smithsonian Institution heeft is de faam van turquoise en de fascinerende kleur van de stenen. De kleur kan variëren van blauw tot varianten van groen en geelachtig grijs. De hemelsblauwe variant wordt het meest gewaardeerd voor sieraden omdat het zo mooi contrasteert met edelmetalen als goud of zilver.
Niet voor gewone stervelingen
Een van de plaatsen waar veel turquoise van een hoge kwaliteit werd gevonden, is het Zuidwesten van de Verenigde Staten, vooral in Arizona, Nevada en New Mexico. Traditioneel neemt de steen een belangrijke plaats in bij de Indianen van die regio. De Navaho geloven dat turquoise een stuk hemel is dat naar beneden is gevallen, de Apache denken dat het de geesten van de zee en de hemel verenigt om krijgers en jagers beter te kunnen laten richten. De Zuni geloven dat turquoise hen beschermt tegen demonen, terwijl bij de Azteken turquoise alleen voor goden bestemd was en niet door gewone stervelingen gedragen mocht worden. In Montezuma's schatten, nu in het British Museum in Londen, bevindt zich een gesneden slang die versierd is met een mozaïek van turquoise.
Als je de turquoise stenen tegenkomt in grote Zuni armbanden, Navajo riemen voorzien van blauwe stenen gezet in zilveren ovalen, of een bolo tie uit Bisbee, Arizona, dan roept de steen het gevoel op van het Zuidwesten. Joe Dan Lowry runt het Turquoise Museum in Old Town Albuquerque, New Mexico. Voor hem is turquoise niet alleen een van de mooiste stenen in de wereld, hij ziet het ook als een embleem van Amerika. Lowry heeft de grootste collectie van de stenen in de wereld. Tegenwoordig zijn er nog maar een stuk of twintig actieve mijnen in de Verenide Staten, allemaal in Nevada, Arizona, New Mexico en Colorado. Sleeping Beauty in Globe, Arizona, is de grootste. De Lander Blue mijn in Nevada, nu gesloten, leverde een zeldzaam donker turquoise met zwart spinnenweb patroon. Volgens Lowry is er niet meer dan een kilo of vijftig van bovengehaald voordat hij dicht ging.
Handelsstromen
In Taos, New Mexico, kan het Millicent Rogers Museum bogen op een van de mooiste collecties van klassieke Indiaanse turquoise sieraden. Het museum heeft de mooiste en beste werken van de Navajo en Pueblo kunstenaars, van massieve Navajo armbanden die lijken op blauwe zonne-uitbarstingen tot riemen en halskettingen. Het museum ligt vlak bij Cerrillos, een van de grote prehistorische bronnen van turquoise in de Nieuwe Wereld.
Turquoise toont aan dat van oudsher handelspatronen bestaan tussen het Zuidwesten van de Verenigde Staten en de rest van het Noord- en Zuid-Amerika. Volgens een artikel in de Scientific American, in 1992, zouden gemeenschappen als Alta Vista in Mexico al in het jaar 700 enorme hoeveelheden turquoise importeren uit Cerrillos. Ze maakten er van alles en nog wat van: ringen, kettingen, hangers en mozaïeken. Volgens de schrijvers, twee archeologen, was turquoise in de pre-Columbiaanse samenleving duidelijk meer dan enkel bezit, het was ook 'een metafoor voor het leven in de sociale en godsdienstige sfeer'. De zonne- en oorlogsgod van de Azteken, Huitzilopochtli, de Turquoise Prins, had een turquoise slang als wapen. Quetzalcoatl droeg volgens afbeeldingen turquoise oorringen.
In Midden Amerika was vrijwel geen turquoise te vinden, de meeste stenen die daar zijn getraceerd kwamen uit het Zuidwesten. De Navajo waren zich altijd zeer bewust van de centrale betekenis voor hun eigen mythologie. Een legende stelt dat toen de eerste man en vrouw de zon maakten, ze geïnspireerd waren door een stenen schijf afgezet met turquoise. Een legende van de Hopi stelt dat toen de stam uit de onderwereld kwam, zij bedreigd werd door een overstroming. De leiders offerden turquoise poeder en schelpen aan de waterslang waarna het water zich terugtrok. Bij de Navajo symboliseert turquoise de helende krachten van de medicijnman.
Nog steeds is turquoise een populaire steen voor sieraden. Ray Tracey, een ontwerper in Gallup afkomstig van het Navajo reservaat in Ganado, Arizona, maakt ontwerpen die in enige tientallen werkplaatsen worden uitgewerkt en over het hele land worden verkocht. Een probleem is dat turquoise poreus is en van kleur verandert, al naar gelang het in aanraking met lichaamsoliën, vuil, zeep en dergelijke. Ook is er maar heel weinig turquoise dat van nature hard genoeg om te goed slijpen. Het gevolg is dat volgens experts al gauw 85 procent van alle turquoise tegenwoordig gewonnen wordt als kalk of minder kwaliteit steen. Door behandeling met mineraal oliën, paraffine of hars kan de kleur dieper gemaakt worden en de steen hard genoeg om mee te werken. Ook blijft de kleur dan hetzelfde. Daarmee gaat helaas een van de aardigste eigenschappen verloren, namelijk de aanpassing van de steen aan zijn eigenaar.
Voor liefhebbers telt alleen de echte steen, hoewel de handel geen bezwaar heeft namaak, als maar duidelijk is wat er verkocht wordt. Maar de echtheid van een steen is moeilijk vast te stellen vooral als hij in sieraden gezet is. Volgens handelaren wordt zelfs hard plastic als turquoise verkocht - en puur op het zicht is het moeilijk te herkennen. Behandelde steen geeft een lichte geur af van olie, paraffine of plastic als hij door flink wrijven verhit wordt. De term turquoise per se is niet beschermd. De kans dat u bij dat stalletje aan de ingang van Monument Valley het echte spel koopt, is gering.