In het noordwesten van Montana ligt dit landschap met scherpe pieken, dichte groene bossen en grote alpine-achtige meren. Miljoenen bezoekers hebben zich al vergaapt aan de watervallen, weides met wilde bloemen en rivieren.
In de zestiende eeuw waren het de Kootenai Indianen die de westflanken van Glacier bewoonden, terwijl aan de andere kant de Blackfoot Indianen het door bizons bevolkte prairiegebied aan de oostzijde bevolkten. Tijdens de negentiende eeuw, met de komst van kolonisten en spoorwegen, verzwakten de oorspronkelijke bewoners door blanke ziektes, alcohol, oorlog en verjaging door kolonisten en mijnbouwers.
Bezoek Glacier National Park
Uiteindelijk bleek er in de mijnen van Montana relatief weinig te vinden en mede op aandrang van de treinmaatschappijen werd dit `waardeloze' stuk land in 1910 tot een nationaal park verheven. Net over de grens had de Canadese regering al een veel kleiner stuk land opzij gezet als provinciaal park. In 1932 werden beide aan elkaar gekoppeld als het Waterton/Glacier International Peace Park. Over de geschiedenis van Glacier en de rol van de spoorwegen, klik hier.
Wie van oost naar west door het park rijdt, komt achtereenvolgens door wetlands, prairie en diepgroene bossen. Daarna stijgt het niveau en klimt de bezoeker door een alpine zone met lage bossen en struiken, tot de alpine toendra landschappen bovenop de Continental Divide. Aan de westkant, de regenzijde van de bergen, gaat het omlaag naar warmer en natter weer, waardoor de western red cedar en de hemlock, die eerder typerend zijn voor de noordwestkust, kunnen groeien.
Hier is een half continent als het ware samengebald in tachtig kilometer. Nu is dat rijden over Glacier gemakkelijker gezicht dan gedaan. Er is maar één weg, aangelegd in de jaren dertig, de Road to the Sun. Het grootste deel van het jaar is deze weg echter bedolven onder een metersdikke laag sneeuw.
Geografisch gezien is het een landschap dat door de bergen op zijn kop wordt gezet. Ongeveer zeventig jaar geleden drukten tegen elkaar botsende continentale platen zo hard tegen elkaar dat lagen sedimentaire rots in stukken braken en minstens zeventig kilometer over de vlakte werden geduwd voordat ze halt hielden waar nu het park ligt. Door deze enorme verschuiving kwamen oudere lagen boven op jonge lagen te liggen. Zo kunt u bij Marias Pass duidelijk de breuklijn zien met rots die meer dan een miljard jaar oud is bovenop rots die de jonge leeftijd heeft van zestig tot zeventig miljoen jaar.
Tongen van schurend ijs hebben het park vervolgens in zijn huidige vorm gebeeldhouwd. Gletsjers van zeshonderd meter dikte hebben de diepe troggen uitgeschuurd van de McDonald en Saint Mary valleien. Kleinere gletsjers zorgden voor de vele hangende valleien die nu zorgen voor spectaculaire watervallen. Het waren ook de gletsjers die verantwoordelijk zijn voor de messcherpe rotsrichels, de hoorns en cirques, en voor de kommen hoog in de bergen waar tot diep in de zomer de sneeuw blijft liggen.
Wandelroutes Glacier National Park
Glacier heeft meer dan 1300 goed gemarkeerde en goed onderhouden wandelpaden, leidend door wat volgens velen het mooiste alpine achtige terrein is in de continentale Verenigde Staten. De klassieke wandelroute beloopt ongeveer honderd kilometer tussen Logan pass en Kintla Lake, via de Goat Haunt. Het grootste deel van de route ligt boven de boomgrens en hij kronkelt door de meest afgelegen delen van het park. Ook populair is de route die Lake McDonald verbindt met Saint Mary Lake via Gunsight Pass. Deze route van ongeveer 35 kilometer geeft een mooie dwarsdoorsnede van wat het park heeft te bieden: toppen met gletsjers, dichte bossen, subalpine weides, watervallen, stroompjes en meren.
Het drukst zijn echter de paden die lopen van Many Glacier op de oever van Switftcurrent Lake. Weinig plekken in de Rockies kennen een dergelijk spectaculair landschap dat zo gemakkelijk is te bereiken. De favoriete trails zijn die westwaards over de Garden Wall, de verbinding makend met de High Line Trail die vanaf de Logan Pass komt. Of de route naar het noorden naar de Ptarmigan Tunnel en dan verder. In zuidwaartse richting gaat de route over de Piegan Pass naar de Going-to-the-Sun Road.
De populairste dagwandelingen zijn die bij Grinnel Glacier, naar Iceberg Lake, naar Red Rock Falls. De mooiste routes lopen door het gebied waar zwarte beren en grizzly's wonen. Bijna elk seizoen gebeurt er wel iets; de parkrangers kunnen vertellen waar de problemen zitten.
Glacier kent veel wild. Overal in de buurt van Logan Pass vindt u berggeiten, vooral op de kliffen bij het pad naar Hidden Lake Overlook. Bighorn schapen kuieren over de rotsvlaktes en de weides, maar één van de beste plekken om ze te vinden is Many Glaciers begied, waar ze samenkomen om met hun koppen tegen elkaar te knallen en wijfjes te vinden, laat in de herfst. Bull elk doen dit in de prairies rondom Saint Mary Lake. Beren kunnen overal opduiken, maar grizzly's vindt u in het hoge gebied, terwijl de zwarte beren vooral in de bossen blijven. Beide beersoorten komen naar de bessen rondom Many Glacier en Tow Medicine in de late zomer en het begin van de herfst.
De bergen hier zijn niet van de hoogste moeilijkheidsgraad. De meeste kunnen wandelend bereikt worden. Zo zijn de pieken bij Logan Pass (Clements, Reynolds en Oberlin) populaire dagtochten. Op de website van National Park Service vind je meer over de wandelroutes en andere praktische informatie.